Een journalist schreef een aantal jaren geleden, dat het kerkhof achter de Sint-Werenfriduskerk het mooiste plekje van Wervershoof is. Daar zit een kern van waarheid in. Wanneer je over het kerkhof loopt zie je dat. Het is prachtig aangelegd. De graven zijn voorzien van bloemen en prachtige zerken. In alle rust loop je langs de bekende namen, je dierbaren, aan wie je herinneringen hebt. Wanneer je achterin bent en over het kerkhof naar onze trots, onze kerk kijkt, word je bewust van deze bijzondere plaats. Het is er mooi, dankzij de inzet van een groep vrijwilligers.
De broers Adrie en Jos Haakman zijn twee van die vrijwilligers. Twee oud-tuinders met groene vingers staan met de anderen garant voor een prima onderhoud. Zij zijn net klaar met de kerstperiode. Adrie heeft daarvoor het hele jaar aandacht. Hij is dan op zoek naar grote kerstbomen. “Dat is nog een hele opgave. Er zijn minder grote bomen dan voorheen. Ze moeten bovendien mooi en geschikt zijn voor in de kerk. De eerste week van december zetten wij de bomen neer. Daarna krijgt de grote kerststal een plek. Dat is het enige werk dat wij in de kerk doen. Een aantal vrouwen nemen de versieringen op zich.”
Hun onderhoudswerk is voor hen verder buiten de kerk. Jos: “Wij zijn een groep van negen vrijwilligers, die elke dinsdag van 9 uur tot 12 uur ’s ochtend aan het werk is. Daarin heeft iedereen een eigen taak. Ik zorg ervoor, dat het gras wordt gemaaid. Adrie zorgt voor het spuitwerk. Daarom zijn wij soms door weersomstandigheden op andere tijden bezig. Maar dinsdag is in principe dé dag. Wij hebben een enthousiaste groep, die alles aanpakt. De samenwerking is prima en onder elkaar hebben we het gezellig. Iedereen is er altijd, tenzij men vakantie heeft. Dat is trouwens wel vaak net tijdens de grootste drukte is (lacht). ” Dat het mooi vrijwilligerswerk is blijkt wel uit het aantal jaren, dat de broers het doen. Jos doet het al dertien jaar en Adrie achttien.
De kerk heeft een eigen bloementuin, die ook onder hen valt. Alle bloemen in de kerk komen uit de eigen tuin, soms voorzien van een bijzonder plantje dat niet in onze grond groeit. De pastorie heeft ook een grote tuin. Adrie: “Alles bij elkaar is het complex ongeveer 3 hectare groot. Er is voor ons dus genoeg ruimte om tijdens de coronatijd aan het werk te gaan. De tuin van de pastorie is onlangs nog veel werk geweest. Wij hebben een aantal bomen verwijderd en vervangen door jonge aanplant. Er zijn altijd wat extra dingen, die door onze begeleider Kees Botman worden gecoördineerd. Zo moeten wij tijdens sneeuw extra aan het werk. De paden moeten al vroeg in de ochtend geschoven worden. Doe je het later, dan is het al plat getrapt.”
Elke week aan het werk. Tijdens begrafenissen zijn zij uit het zicht. Jos: “Daar doen wij niets mee. Wij onderhouden de graven ook niet. Dat is aan de nabestaanden. Soms gebeurt het dat het onderhoud wat achter loopt. Dan pakken wij het hoogste onkruid wel weg. Wanneer wij vinden dat een gezette plant helemaal is uitgegroeid of wanneer een graf wat onderhoud verdient, doen wij niets zonder overleg met de familie.”
Na het vertrek van pastor Suidgeest heeft de groep onderhoudswerk in de pastorie gedaan. Er is veel vernieuwd. Van Suidgeest hoefde het allemaal niet zo nodig. Het viel de broers op, dat er heel veel oud materiaal was. Suidgeest, die altijd voor iedereen klaar stond, was niet veeleisend. Maar het was dus wel nodig. Zo hebben de vrijwilligers toch nog een taak binnenshuis gehad.
Maar de échte taak ligt buiten, een belangrijke taak. Want een eerbiedige plaats verdient een mooi plaatje. Zonder hen lukt dat niet.
Gerard Bot.