Door: Johan Keeman. Ik zit met een kop koffie in de zon. Geniet van dit moment. Het ruisen van de bomen, het fluiten van de vogels. Verder is het rustig. Niemand weet dat ik hier zit. Wat een vrijheid. Over een paar dagen is het bevrijdingsdag. En zelfs daar zijn we vrij van.
Niet met z’n allen massaal de drukte opzoeken. Hoeft even niet. Heel hard de vrijheid vieren, liggend in het gras in je eigen tuin. Niets hoeven, dat is vrijheid. Dit jaar is een speciale editie, 75 jaar vrijheid. Ze hadden misschien geen beter jaar kunnen kiezen. Beseffen we ons weer eens des te meer hoe vrij we (doorgaans) zijn. Drie jaar geleden was ik op Bevrijdingspop in Haarlem. Een jaar dat de helft van Nederland dan wel aan het werk is. Ik begrijp nooit waarom niet iedereen – met uitzondering van de veelbesproken vitale beroepen uiteraard, waaronder barpersoneel en artiesten – dan vrij is. Vrij als in niet aan het werk zijn. Ik was dus op Bevrijdingspop. Een vriendin van me speelde daar en ik kon met haar mee backstage. En dat is te gek. Kan ik iedereen aanraden. De sfeer van festival én een picknicktafel. Om op te zitten. Een beetje backstage hangen tussen de bar en het podium. Daar ben ik thuis. Ik hou van festivals, maar niet zo van dat massale. Op Dijkpop was ik afgelopen jaar backstage en bij de rock ’n roll tent (met dat overzichtelijke eigen terreintje). Op het Bluesfestival in Grolloo is er één podium. Of je staat naar de band te kijken of je haalt bier. De gemiddelde leeftijd ligt daar iets hoger. Die mensen hoeven niet zo veel. Hoeven niet per se vooraan te staan. Ja, af en toe, bij de bar. Als ze binnen zijn op het terrein is het al goed. Dit jaar ben ik binnen. Of liever buiten nog, hoop wel op mooi weer. Liggen in het gras. Mijn eigen festival met mijn eigen backstage. En ik hoef helemaal niets. Wat een vrijheid.