– door Arjan Jonker
Het is zover: als je dit leest, trekken de bewoners van de CNO verder. Net nu Nederland aan de vooravond van ‘het strengste asielbeleid ooit’ staat.
Geef ons een nieuwe dageraad in een andere stad,
laten we het nog eens proberen schat.
Ik hoef jullie vast niet te vertellen hoe ik over dat beleid denk. Waar het heengaat, durf ik niet te zeggen. Alles wat ik weet, is waar we vandaan komen.
Laat de kaarten maar liggen, en het brood en de jam,
leg je hand op de pook, haal je voet van de rem.
Er was hier een tijd en een plek waar asielzoekers een thuis vonden. Een periode, hoe kort ook, waarin Wervershovers hen verwelkomden of op z’n minst tolereerden. Medemenselijkheid. Zo eenvoudig, eigenlijk.
Kijk nog een keer goed
naar de plaats die we verlaten.
Kijk nog een keer goed.
De voorlaatste taalles spraken we over hemel en hel, en wie daarin gelooft. Een vrouw was stellig: hemel en hel zijn niet iets voor na de dood. Ze bestaan hier, in dit leven. Het is wat wij ervan maken.
Ons bed was iets wat de wind niet kon dragen,
de pijl terug naar huis heeft de prairie verlaten.
Haar land, verscheurd door oorlog? De hel. Wervershoof, met al ons mooie groen, alle lieve mensen, al onze vrede? De hemel. Alsjeblieft dorpsgenoten, die mogen we in onze zak steken. Wij blijven hier. Zij gaat weer verder.
Onze wagen kan deze wegen wel aan,
ik heb geen spijt dat we weg zijn gegaan.
Dit is mijn laatste stuk over de CNO. Hier hoopte ik een ruimte te creëren: een waarin we niet hoeven te schreeuwen, maar nader tot elkaar komen. Dat lijkt gelukt: ik heb met velen van jullie mooie gesprekken gehad, vol oprechte vragen en antwoorden.
Kijk nog een keer goed
naar de plaats die we verlaten.
Kijk nog een keer goed.
Maar ik schreef deze verslagen vooral voor de bewoners van de CNO. Om hen hun gezicht en menselijkheid terug te geven, die ze maar al te vaak verliezen in de framing van politici.
Zie de horizonlichten weerkaatst in de dauw,
de wereld is een lint van wegen voor jou.
Opmeer neemt nu het stokje over. De bewoners zullen er het beste van maken, ook al zit hun optimisme soms verstopt achter vermoeidheid. Op hun nieuwe plek krijgen ze ook vast een warm welkom, en wennen ze vast snel.
Elk dorp heeft een kerk, een garage, een markt,
en huurt iemand in die de parken aanharkt.
Rest mij slechts nog jullie te bedanken, Wervershovers. Namens de bewoners van de CNO – die echt heel lovend over jullie spreken – maar ook namens mezelf, voor jullie open houding.
O ik hou van de wind die in je haren spookt.
Alles dat we nodig hebben, vinden we waar dan ook.
Het is jammer dat we hier niet langer konden blijven. Maar waar we nu ook heengaan, wat de toekomst ons allen ook brengt, dit hebben we toch maar mooi gedaan. Dus, Wervershoof:
Kijk nog een keer goed
naar de plaats die we verlaten.
Kijk nog één keer goed.
PS: De cursieve regels komen uit het prachtige lied Take One Last Look van Tom Waits, in de vertaling van Flip Noorman (te beluisteren op Spotify).