De Ultra-Trail du Mont Blanc is een ultraloop van 171 kilometer met 10.000 hoogtemeters. Het parcours voert de lopers door Frankrijk, Zwitserland en Italië in een ronde rondom de Mont Blanc. Dit wordt gezien als de grootste en meest competitieve ultraloop ter wereld. “Het zijn vooral de hoogtemeters die het moeilijk maken”, zegt Sjaak Kuin uit Andijk, “Het komt neer op tien keer de Alpe d’Huez of van zeeniveau naar de top van de Mount Everest.”
In augustus van dit jaar liep hij deze wedstrijd, waar 2600 deelnemers hun best deden om binnen de tijdlimiet van 46,5 uur te finishen, wat tweederde lukt. “Het was voor mij de race waar het dit jaar om draaide, met het voornemen dat niet-finishen geen optie was. Ik had nog nooit eerder iets gedaan van die omvang. We vetrokken 26 augustus vanaf 18.00 uur vanuit Chamonix. Het was erg warm en het zweet gutste van mijn hoofd. In het begin is het chaos, vooral bij de verzorgingsposten, maar na een paar posten is dat over. In het donker liep ik met een lamp op mijn hoofd, op mijn rug de rugzak met kleding, water en voeding. Ik stootte mijn teen enkele keren tegen een rots. Je loopt bijna alles op trailpaden en lekker vlak zijn deze bepaald niet. Een blijvende indruk was de zonsopkomst bij de Italiaanse grens. Halverwege na een vreselijke afdaling van 30% en 16 uur hardlopen nam ik even de tijd om mijn elektronica op te laden, wat pasta te eten en een schoon shirt aan te trekken. Ik kreeg last van mijn enkel en knie en echt hardlopen was het ook niet meer. Af en toe trek je je op aan een lotgenoot. De laatste 45 kilometer moest ik nog drie bergen (3000 hoogtemeters) over. Mijn linkerknie boog niet meer, wat een hellestrijd. Maar ik had een buffer van enkele uren, dus de finish kwam niet in gevaar. Na 45 uur kwam ik doodop en opgelucht aan. Ik wilde graag mijn limiet weten, nou, die heb ik daar leren kennen. Maar een geweldige ervaring was het wel.”
Een knappe prestatie, zeker wanneer je je bedenkt dat in onze omgeving trainen voor hoogtemeters niet kan. Sjaak is altijd al sportief geweest, maar van wat sporten naar lange afstanden om ultraloper te worden is toch wat anders. Het begint met de Dam tot Damloop, die goed verloopt en meteen smaakt naar de marathon. De eerste is de marathon van Pyongyang in Noord-Korea, dat hij mooi kan combineren met zijn reislust. “In een koude regenachtige periode was het die dag opeens erg heet. Ik had vier uur de tijd. Het vertrek en einde waren in een stadion, werkelijk afgeladen met waanzinnig publiek. Men was al bezig de deuren te sluiten toen ik nog net naar binnen kwam, op tijd en één-na-laatste, maar met een mooie ervaring.”
“Ik wilde meer en beter. Ik wilde betere voeding en meer drinken. Mijn tweede marathon in Boekarest ging al in 3,5 uur. Tja, en toen kwam er een ultraloop van 48 kilometer met 2700 hoogtemeters. Zo ging het steeds verder. Inmiddels heb ik 53 marathons en ultralopen achter de rug. Ik heb dat gedaan in 22 landen. De ultralopen zijn mooier om te doen. Je loopt minder hard, de heroïek is mooier en je geniet meer van de omgeving. Ondanks dat een ultraloop over bergpaden zwaarder is, heb ik meer last van een vlakke marathon. Je komt tijdens een ultraloop helemaal tot jezelf, zeker wanneer je ergens in het donker loopt, alle gedachten schieten dan door je heen.”
“Ik train niet eens zoveel, een keer of vijf, zes in de week acht tot vijftien kilometer. Ik reken in weken. Ik wil normaal iets van 55 kilometer per week lopen. Naar zwaardere wedstrijden voer ik dat op tot 75. Ik ben nu opbouwend bezig voor de marathon in Pisa in december. Daar wil ik een goede tijd halen, voor mij is dat drie uur en vijf minuten. Tussendoor doe ik Brugge, Tenerife en nog een ultraloop. Ik zou graag een keer mee willen doen aan de 100 mile van de Western States, een ultraloop waar slechts 359 atleten aan mee mogen doen, maar de kwalificatie daarvoor is ontzettend moeilijk.”
Ultralopen, een bizarre sport, maar wel mooi om naar al die verhalen te luisteren. Binding wenst Sjaak nog veel succes en een plekje bij de 2023 Western States 100.
Gerard Bot.