We zitten met z’n drieën buiten te lunchen in de zon. Picknicktafel in de tuin. Een heerlijke plek en helemaal op deze nazomerdag. Warm zelfs. Het gesprek gaat een kant op waar ik niet zo veel kan toevoegen.
Dingen waar ik wat moeilijker over mee kan praten. Een beetje zoals John Fogerty schrijft in zijn biografie, dat hij dagen door kan gaan over het gitaargeluid van James Burton (Elvis, Emmylou Harris), maar over andere dingen… Ik zeg nog een keer: “Ja, dat ken ik.” Maar veel verder kom ik even niet. En al is het waar, krijg ik het voor elkaar het ongeloofwaardig te laten klinken. Ik druk er af en toe nog een grap tussen, maar verder gaat het gesprek wat langs me heen.
Naast de tuin waar we zitten is een fruittuin. Perenbomen. Heel wat voetbalvelden aan perenbomen. Dan komt er een oud trekkertje uit de schuur rijden. Blijft toch mooi. De techniek ook. Hoeveel uren zullen er al op staan. Blijft het maar doen. Soms denk ik wel eens terug aan de tijd bij m’n vader op het land en op het bedrijf. Dat ziet diep. Met je handen werken en in de buitenlucht. Ik was nog heel klein en had een poster boven mijn bed met trekkers. Kon ze allemaal opnoemen, de verschillende merken. Hoop die poster nog eens te vinden.
Laatst startte ik mijn auto. Moest ‘m even verplaatsen. Ik liep er daarna omheen en was in gedachten ook weer op het land. Wat een heerlijke lucht. Volgens mij een combinatie van het nazomerweer en een diesel. Ruik je dan vooral goed bij het starten. Op het bedrijf stonden de trekkers en werktuigen altijd in een aparte schuur. De groene schuur. Dat had vooral met de kleur van de schuur te maken. Ik kan de lucht van olie en stof zo weer voor me halen. Heerlijk. Even weer thuis.