De winterse Scandic Run is een 7-daagse roadtrip door Scandinavië, waar je vooral op besneeuwde wegen rijdt. Elke dag een route volgens aanwijzingen, zonder moderne navigatie. Theo Vertelman en Jan Venema deden dit jaar mee.
Met de ervaringen van de Cabage Run 2022 gaan ze goed voorbereid op pad. Je weet immers nooit wat je tegen kan komen. Na een stuk met het veer bereiken zij Zweden en rijden ze met hun Volvo naar de startplaats Gothenburg.
De eerste dag al vroeg uit de veren, want de auto moet om 07.00 uur eerst worden gekeurd. De eerste hindernis is genomen, zodat zij om 09.00 uur van start kunnen. Ze rijden een prachtige route naar Hamar. Het gaan niet zonder problemen, er ligt veel sneeuw en het wordt tijd om banden te wisselen. Spijkerbanden onder de Volvo, er is meer grip nodig. De krik begeeft het, maar met behulp van anderen lukt het alsnog. Deelnemers helpen elkaar. Er is onderweg oponthoud door auto’s die de bocht niet halen. Aan hen weer de beurt anderen te helpen. De laatste drie uur over glibberige wegen gaan in het donker, waarna zij de finish bij het Vikingschip (ijsstadion) bereiken. Dag twee is niet minder enerverend. De wegen zijn slechts zichtbaar door rood/witte paaltjes! Een autotunnel van maar liefst 24,5 kilometer is wel sneeuwvrij, waarna zij volop kunnen genieten van de fjorden. Verderop wordt afgeraden de route te volgen en te kiezen voor een alternatief.
Deze wijze raad wordt in de wind geslagen. Het gaat ook allemaal prima, totdat het eindpunt nadert. De weg is een grote ijsbaan en er is ook nog een ongeluk gebeurd, zodat de weg is geblokkeerd. Een tractor komt eraan te pas en een wagen met grit, waarna zij stapvoets afdalen. Een spannende afsluiting richting Bergen. De dag naar Alesund gaat niet zonder problemen. Het regent. Na een file besluiten ze niet de snelste route te nemen, maar een gevaarlijk deel van de oorspronkelijke route. Bonken ijs en diepe sporen met water.
Het wordt gladder en gladder en zij belanden tegen de vangrail. Lopen is bijna niet mogelijk, maar Theo heeft spikes uit de zaak meegenomen. Zij worden vlot getrokken en kunnen zonder schade weer verder. Toch maar de snelste route naar het eindpunt, drie oversteken met het veer, dat wel. Trondheim is een prachtige stad, maar er moeten eerst nog een kleine 600 kilometer worden afgelegd. De rit verloopt goed en er is zelfs tijd om langs de weg wat knakworsten op te warmen.
Op de rustdag slenteren zij tussen de kleurige houten bebouwing van de stad. En natuurlijk af en toe ergens naar binnen voor een natje en een droogje. Dat gaat allemaal keurig blijkt uit de blaastest de volgende dag. Er zijn veel klachten binnengekomen over het rijgedrag der deelnemers, zodat de politie vroeg in de morgen controleert. De wetovertreders krijgen een herinnering uitgereikt. Jan en Theo kunnen natuurlijk zonder problemen verder richting Zweden. Onderweg weer de mooiste panorama’s en weer een knakworstje, tussen de rendieren deze keer. De voorlaatste rit naar Falun gaat door de zware regenval in slecht zicht over wegen waar geen paaltjes langs staan.
Daar rijd je dan over een witte sneeuwmassa. Een deel van het parcours is zelfs afgesloten. De laatste dag begint in schitterend weer over mooie besneeuwde wegen, maar de finish in Gothenburg is in miezerig weer en maar liefst zeven graden boven nul. Een schitterend avontuur is aan zijn einde gekomen, al moet men nog wel even naar huis rijden. Over asfalt.
Terugkijkend: “Wat was het weer een fantastisch avontuur. Elke dag maar weer afwachten wat er gaat komen. Van ijswegen tot oneindig witte vlaktes waar je maar moet gokken waar nu eigenlijk de weg is. En dan nog maar te zwijgen over het feit of onze Volvo de eindstreep zal halen. Wat altijd een warm gevoel geeft is dat de deelnemers elkaar altijd en overal blijven helpen in geval van nood. Voor ons is het in ieder geval voor herhaling vatbaar.”
Gerard Bot