Van huisvesting arbeidsmigranten, lokale woonvisie, plattelandswoning en lokaal cultuurbeleid
Donderdag kwam een initiatiefvoorstel van de VVD aan de orde. Het ging om een verandering van de regels voor de huisvesting van arbeidsmigranten in het buitengebied. Wij wilden eerst de evaluatie afwachten, zodat alle aspecten meegenomen konden worden in nieuw beleid.
Zoals bijvoorbeeld voor hoeveel mensen moet de huisvesting eigenlijk worden geregeld. Er wonen immers ook veel arbeidsmigranten in huizen in de kernen. Hoeveel dat er zijn, is niet bekend. Op die gegevens werd echter niet gewacht. Nu moest het geregeld worden. Het ingediende voorstel betekende een verruiming van de oppervlakte van 2x 300 m2, zoals die in de kernen geldt, naar 2x 400 m2 voor 30 personen. Dat betekent een minimum gebruiksoppervlakte van 26 m2 per persoon. PW 2010 kwam met een door Cees Neefjes opgesteld wijzigingsvoorstel om in ieder geval te garanderen dat een minimum oppervlakte van 20 m2 per persoon de standaard in het buitengebied wordt. Daarnaast wilden wij, als het voorstel zou worden aangenomen, dat er op maximaal 30 personen gehandhaafd gaat worden. We willen het controleerbaar houden. Omdat ons amendement werd afgewezen, hebben we tegen het voorstel gestemd. Overigens willen wij, dat arbeidsmigranten goed gehuisvest worden. Een minimum gebruiksoppervlakte van 20m2 volstaat ook, leert de praktijk.
Lokale woonvisie
Hierin zijn alle door ons aangedragen punten in verwerkt. Wel hebben we erop aangedrongen dat de ambtenaren die “wonen” onder hun hoede hebben ook gaan samenwerken met de ambtenaren van de “zorg”. Als ouders kleiner willen gaan wonen is dat in de buurt van hun kinderen, de mogelijk toekomstige mantelzorgers. Nu worden of plannen afgewezen of de corporaties wijzen huizen aan mensen van buiten de gemeente toe. De woningcorporaties moeten hier bij de toewijzing van huurwoningen ook rekening mee gaan houden. In gesprekken met de corporaties zal dit moeten worden meegenomen.
Omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een plattelandswoning
Tot nu toe is iedere agrarische woning een bedrijfswoning. Dat betekent dat bij bedrijfsbeëindiging er geld moet worden betaald voor het omzetten van de bedrijfswoning naar een plattelandswoning. Wij hebben een motie ingediend, waarin wij het college hebben opgedragen om bij een volgende herziening of veegronde in de bestemmingsplannen Dorpskernen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor het wijzigen van een agrarische bedrijfswoning in een plattelandswoning. Dit bespaart zowel de gemeente, maar vooral ook de betreffende agrariërs/ burgers veel geld en tijd. Deze motie werd unaniem aangenomen.
Tenslotte het cultuurbeleid
Nadat wij al jaren geleden een voorstel hadden ingediend voor een lokaal cultuurbeleid, waarbij alle verenigingen, instellingen en organisatie op cultureel gebied zouden worden betrokken, gaat dat nu eindelijk van start. Maar ook nu moesten wij in actie komen, want cultuureducatie zou alleen maar gelden voor jongeren tot 18 jaar met als gevolg dat door deze leeftijdgrens de toegankelijkheid wordt beperkt voor een grote groep inwoners. Wij vinden dat iedereen actief of passief aan culturele activiteiten moet kunnen deelnemen. Daarnaast was het ook de vraag hoe het zat met de toegankelijkheid van activiteiten voor mensen met een beperking. Samen met GL hebben wij een wijzigingsvoorstel ingediend, waarin beide punten werden opgenomen. De hele raad ging ermee akkoord. Een mooi resultaat, want cultuur moet voor iedereen toegankelijk zijn.
Anneke van der Geest, PW 2010