We vallen met de deur in huis. Deze week nemen we een kijkje achter de deur van het kantoor van Frans van Doorn, directeur van basisschool de Werenfridus in Wervershoof.
Hij zit nog bij te komen van de dag ervoor. Een dag vol verrassingen en weerzien. Na 18 jaar neemt meester Frans (64) afscheid van de Werenfridus. Het is ook het afscheid van zijn werkende bestaan, Frans gaat met prepensioen.
De –bijna- pensioengerechtigde leeftijd, je zou het hem niet geven. Vrolijk en actief als altijd dartelt en springt hij over het schoolplein en door de gangen van ‘zijn’ Werenfridus. Voor ons neemt hij even de rust in zijn kantoor, waar we bij hem nog één keertje met de deur in huis vallen.
Frans wist dat 30 juni een speciale dag zou worden, maar de invulling was volledig geheim gehouden. Toen hij twee van zijn kinderen in de vroege ochtend in de woonkamer trof, wist hij dat ook zijn gezin in het complot zat. Het was het begin van een aaneenschakeling van verrassingen.
Er stond een oranje eend voor de deur, beplakt met oude foto’s uit onder andere zijn Pabo-tijd en zijn gehele carrière. Zijn dochter reed Frans met deze bolide van zijn woonplaats Wognum naar school. De start van een echte ‘Tour de Frans’.
Eenmaal op school kon hij overstappen in een elektrische bakfiets en werd hij door kinderen het schoolplein opgereden voor de ‘bordesscene’. Daar deed meester John het woord. Hij overhandigde het naambordje van het nieuwe schoolplein dat gedoopt werd tot ‘Meester Fransplein’. Ook ontving hij het enige echte Tour de Frans T-Shirt.
Een Tour de Frans naar verschillende plekken in Wervershoof volgde. Op diverse plekken rondom school verzorgden de verschillende groepen een optreden voor meester Frans. Liedjes en dansjes op bestaande en nieuwe melodieën passeerden de revue. Frans vond het allemaal even prachtig, maar er vloeiden geen tranen.
“Ik was overdonderd, maar blijf dan toch in de rol van pedagoog en meester. Dan bekijk ik al die verschillende karakters en bewonder wat ze neerzetten. Dat op zich komt al enorm bij me binnen. Daar geniet ik van.”
Na de optredens kregen de kinderen een welverdiend ijsje van de ijscoman op het schoolplein en werd er patat gegeten. Frans at mee in de klas van groep 3 waar tot grote verrassing 6 van zijn 7 kleinkinderen aanwezig waren.
Na deze feestelijke lunch waren de kinderen vrij en had ook Frans een paar vrije uurtjes. Om 15.30 uur werd hij in ’t Fortuin verwacht waar zijn hele familie, alle collega’s en ook oud-collega’s hun opwachting maakten. Opnieuw met liedjes, filmpjes, sketches en de verhalen van toen. Het werd een heuse trip down memory lane voor Frans. Een reis die terug leidt naar halverwege de jaren ’70 als Frans begint aan de Pabo. We reizen een stukje met hem mee.
Hij noemt zichzelf een soms vervelende puber. Buiten school was hij heel actief, onder andere met scouting en de dansschool, maar op school voerde hij weinig uit. Hij zakte voor zijn Havo-examen. Het leverde hem een tweede examenjaar op bij Anneke in de klas. Het rustige meisje dat later zijn vrouw zou worden. Soms lopen dingen precies zoals ze moeten lopen. Ondanks, of misschien wel dankzij, zijn dwarsigheid, kiest hij voor de Pabo. Een collega-directeur zou hem decennia later ‘Pietje Bell’ noemen. De meester die buiten de lijntjes kleurt en grenzen opzoekt. Voor én met de kinderen. Het maakt van hem een hele geliefde leerkracht.
Na de Pabo start Frans in de zesde klas op de Hieronymus in Wognum. Toen nog als meneer Van Doorn. Dat was zo anno 1979.
“Dat was een mooie tijd. Met collega Ger samen namen we veel meer vrijheid. Dat kon ook, toen was de wetgeving en verantwoording veel minder strak. We konden een hele eigen draai geven aan de lessen met veel ruimte voor toneelspel en muziek. Voor het vormsel, waar toen nog veel kinderen aan meededen, maakten we zelf het misboekje en schreven we zelf liedjes op de nummers van dat moment. Van Abba bijvoorbeeld.”
Na 4 jaar stapt Frans over naar de JP Coenschool in Hoorn, een basisschool voor moeilijk lerende kinderen.
“Diep in mijn hart deed ik dat het liefste; onderwijs bieden aan kwetsbare leerlingen. Kinderen die je moet beschermen. Dat doe je altijd, ook hier op de Werenfridus, maar daar wist je dat een groot deel die bescherming altijd nodig zou hebben. Ik vond het de uitdaging juist hen goed op weg te helpen. Na 12 jaar stroomde ik door naar De Wissel in Hoorn. Daar begeleidde ik naast moeilijk lerende kinderen ook de ZMOK’ers; zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Dat was soms zwaar, maar ging me goed af. Om te kijken waar hun talenten liggen en waar ze om het reguliere normen- en waardenpatroon heen, een passende plek in de maatschappij kunnen vinden.”
Frans zocht altijd de uitdaging voor zichzelf. Bij De Wissel had hij al veel teams om hem waar hij sturing aan gaf. Door een fusie rolde hij van binnenuit in de rol van directie. Het beviel hem dusdanig dat hij zich daarin verder wilde bekwamen. Toen al solliciteerde hij bij de Werenfridus in Wervershoof, maar werd niet aangenomen. Hij kwam als directeur op de Titus Brandsma in Middenmeer terecht. Daar leerde hij veel van zijn directietaken. Na ruim twee jaar kwam hij in 2003 alsnog bij de Werenfridus terecht. Daar bouwde hij zijn rol als directeur verder uit. Was dat leuker dan het onderwijzen zelf?
“Het is het verschil tussen scoren en laten scoren. Ik vind het leuk om mensen de kansen te geven en ze daarin te laten groeien. Net als bij leerlingen is het mooi om de ontwikkeling bij leerkrachten te zien. Ook voor hen is dit een school waar talent kan groeien. Dat is veel omvattend. Ja, soms was ik net een maatschappelijk werker of psycholoog. Ik zeg wel eens: de muren hier kunnen lachen en huilen. Maar dat hoort erbij. Als directeur ben je ook het boegbeeld van de school. Dat moet bij je passen. Ik heb het geluk dat ik altijd en overal mijn enthousiasme met me mee breng. In zowel mijn rol als leerkracht als die van directeur, als collega en als vertrouwenspersoon. Het is nooit gespeeld; in al die rollen zit Frans. Natuurlijk heb ik de kennis, bijscholing is er altijd, maar veel doe ik op gevoel. Een oud-collega zei in ’t Fortuin: Frans is niet SMART, maar wel met hart. En dat klopt.”
Vanuit het hart zong Frans dan ook zelf een liedje voor alle aanwezigen met de titel ‘Dank je wel’. Geschreven op de melodie van ‘Ik heb je lief’ van Paul de Leeuw. Ook voor juf Mirjam die op dezelfde dag afscheid nam van de Werenfridus. “De dankbaarheid werkt twee kanten op. In een team doe je het altijd samen. Ik ben er blij om dat ik zo veel jaren het vertrouwen heb kunnen geven. En in vertrouwen draag ik ook het stokje over aan mijn opvolger Amanda Breeman.
Wat ik het meeste gaat missen? De kleine momentjes in de gangen waar ik kinderen tegenkwam, de laagdrempelige gesprekjes met de kinderen, met collega’s en ook de ouders. En ook de verschillende rollen die ik had en straks niet meer kan uitvoeren.”
Vervelen zal hij zich niet, er zijn altijd nieuwe rollen te vervullen. Van die van imker bijvoorbeeld, van de oppas opa met veel meer tijd, van de klusser bij zijn kinderen thuis, van de mantelzorger voor zijn schoonvader, van de sporter die nu ook eens overdag kan sporten en een mountainbike aanschaft en van de lezer waar nu eindelijk tijd voor is. Maar eerst wordt het tijd om het hoofd leeg te maken want die stond altijd ‘aan’. De vraag reist: hoe zet je Frans ‘uit’? Meester of niet, een doenig manje zal hij blijven, welke rol hij ook vervult. Wij wensen hem alle geluk van de wereld toe.
Wil jij ook meedoen aan ‘Met de deur in huis’? Stuur even een mailtje naar reactie@binding.nl en wie weet komen wij langs voor foto en interview.