Amsterdam was een levendige handelsstad, de haven werd wel door 500 schepen aangedaan en er was een belangrijke verbinding tussen IJ en de Zuiderzee.Toch kon de handel sneller verlopen via andere wegen.
In de 19e eeuw kondigde Thorbecke aan dat er meer handel via spoorwegen moet plaatsvinden. In 1860 begonnen de gesprekken voor het Centraal Station om de doorvoer voor de handel open te breken. De geschikte plaats voor dit station werd gekozen en omdat dit nog open water was werden hier 3 eilanden gebouwd met het zand wat vrij kwam nadat het Noord Hollands kanaal was uitgegraven. Dolf van Gent mocht het station ontwerpen en bouwen maar dit was toch te complex en daarom werd architect Pierre Cuypers erbij betrokken. Hij kreeg ondersteuning van twee vrienden Stuers en Thijm.
Om het station werden eerst hulp stationnetjes gebouwd zoals Oosterdok deze gaatUtrecht en Amersfoort verbindenen Westerdok ging Haarlem met Den Helderverbinden om de Marine te bevoorraden. De eigenaar is de Hollandse ijzeren spoorwegmaatschappij met als embleem het gevleugelde wiel met de lijfspreuk ”snel en veilig”.
Het ontwerp van het station moet een Hollandse uitstraling hebben, dat is strak en recht en veel bakstenen. Er moet ook een huis inkomen voor de stations chef en verschillende wachtruimtes voor 1e, 2e klassen met een restaurant en 3e klasse mocht alleen van buitenaf een ingang hebben. Dienst ruimte waren op 1e en 2e verdieping.
Aan het koninklijk gedeelte is ook veel aandacht besteed, het is een soort kasteel in het gebouw met kroontjes op het dak en een schilddrager aangebracht. Aan de zijkant was zelfs een mogelijkheid om met de koets naar binnen te gaan en spoor 1 was speciaal voor de koning.
Er zijn veel bezienswaardigheden aan de buiten zijde aangebracht zoals de vier dagdelen. Oa. reliëfs die het belang van de spoorwegen voor de handel, verkeer en nijverheid verbeelden. Wapens van 14 handelssteden met Amsterdam en de volkeren die door de handel met Amsterdam verbonden zijn. In 1 toren is een klok aangebracht de ander toren geeft de windrichting aan. Allerlei goden zijn uitgebeeld en ook een groep kinderen die reizen.
Het gebouw is een visite kaartje van Amsterdam. Dit geld ook voor de spoorrails achter het gebouw. De overkapping over het spoor is lange tijd de grootste geweest en is door technisch architect Eijmer gebouwd.
Later kwam er een 2e kap en in 1996 is de 3e kap gebouwd tussen de andere twee.
Het is zeker een bezoek waard om alles op en in het station eens goed te bekijken.