Zo ergens halverwege zijn zin dwalen mijn gedachten af. Ik moet denken aan Raymond van het Groenewoud. Aan zijn nummer Je veux de l’amour, waarin hij zingt over mensen die werken op tarief, op procent en mensen zoals hij die werken op het sentiment. Ik denk dat het waar is. Vanochtend was ik dolblij dat mijn column over Jan werd gepubliceerd.
De laatste tijd kom ik goed voor de dag bij interviews. Ik weet beter wat ik wil vertellen en heb mijn antwoorden vaker al klaar. Als het moet praat ik wel, ook als de (minder ervaren) presentator geen vragen stelt. Maar op de vragen van deze man had ik mij niet voorbereid. Mijn omzet? Daar vraag je me wat. Genoeg om zo nu en dan wat te investeren. Hou eind van het jaar nog wel eens wat over, maar er is nog wel wat ruimte… En m’n nieuwe single is een hit. Hij moet alleen nog heel veel gedraaid worden. Kun je daar wat mee?
Ik ben hier zo slecht in. Al na een paar woorden ben ik weg. Termen die ik niet uit elkaar kan houden en steeds weer moet bedenken wat het ook alweer is. Ik vraag me nu af of dat van mijn gezicht af te lezen was. Dat ik soms geen idee had waar het over ging. En dat hij daarom maar is gegaan, om me met rust te laten. Volgende maand komt ‘ie terug. Ik ga me maar een beetje voorbereiden. Even wat dingen uitzoeken. Je gaat het toch ook niet sturen bij zo’n gesprek. Of zeggen dat je het daar niet over wilt hebben. Laten we over mijn nieuwe single praten. Doe je niet. Het is een andere wereld. Toch eens om een koppie bij Mick, die heeft van beide aardig verstand. En behoorlijk veel. Wij hebben met die brievenbus in Amsterdam één van de betere zakenmensen volgens mij. Nou ja, ik ga er wel voor zitten. Wat dingen op papier zetten. Om te beginnen een column.
We hebben het ook nog even over muziek gehad. Mooi raakvlak. Hij luistert veel naar Kink (radio zender), dat vind ik tof. Maar ook hier, ik praat een beetje mee. Dat Dave Grohl van de 20 akkoorden er 18 goed raakt. Ik ben het maar met hem eens. Wat weet ik er eigenlijk ook van.