Vanaf 15 juli tot 15 oktober is de Koopmanspolder toegankelijk voor publiek mits u de hond thuis laat. Aan de achterzijde zult u wel over het hek moeten klauteren, want het hek blijft dicht, omdat er schapen lopen.
Vanaf Wervershoof kunt u, als u de tweede ring rechtsaf aanhoudt, het terrein doorlopen tot het dijkje en de vooroever aan de andere kant.
Het natte deel van het gebied is niet toegankelijk, en ook niet aantrekkelijk omdat er
nog water staat.
De hoge delen zijn nu deels gemaaid, waarbij bijzondere vegetatie is blijven staan, en verder zijn er delen waar nauwelijks vegetatie is om te maaien.
Slootkanten blijven nog een tijd staan, omdat het miechelt van de rietvogels, met name van rietzanger en kleine karekiet, met respectievelijk ca 50 en ca 100 broedparen.
Dat zijn heel veel kleine bruine vogeltjes!!
Weidevogels hebben het kennelijk niet erg naar hun zin, want de aantallen nemen af. Daarentegen rammelt het weer van de jonge meerkoeten en jonge waterhoentjes.
De Grauwe Gans nam sterk af van 48 nesten vorig jaar, naar 31 nesten dit jaar. Daar is weinig van terecht gekomen want deze eieren zijn geraapt, zoals elk jaar.
Kennelijk gaan ze dit begrijpen(!?)
Verder doen de fazanten het goed, want we zien meerdere mannetjes, tot 5 stuks, en ja dat zijn veel kuikens als ze ca 10 eieren leggen.
Nieuw is de waterral, even googelen. Je hoort hem wel, maar je ziet hem niet.
De koekoek hoor je ook en het ligt voor de hand te veronderstellen dat karekieten of rietzangers pleegouders zijn van een koekoeksjong.
En wat bramen is weer goed voor broedende kneutjes. Ze kneuteren en daar komt het woord kneuterig vandaan, of het is andersom, dat weet ik niet zo goed.
Bijzondere vogelsoorten zijn er de afgelopen maanden ook weer gezien. We worden daarbij geholpen door vogelaars die van heinde en verre hier komen om in dit gebied bijzonderheden te zien.
Topper was de zeearend met een spanwijdte van twee meter toch wel een soort om met bewondering naar te kijken. Alleen even langs gevlogen, voor een gans mag je aannemen want daar is ie gek op. Verder een rode wouw; de grootste roofvogel in Nederland na de zeearend.
Een porseleinhoen zullen weinig mensen van gehoord hebben, dus ook weer googelen.
Groene specht hoor je tegenwoordig veel in Andijk en Wervershoof, en in de koopmanspolder zoekt ie mieren waar er veel van zijn in de schrale delen.
Grutto’s broeden hier niet meer, maar in maart verbleven er tientallen tot maximaal 100 vogels.
In het natte deel komt nu wat meer kleur. Op het linkse perceel ziet het geel van de ratelaar, een soort die parasiteert op grassen. De grassen verdwijnen en er komt weer ruimte voor andere soorten.
Riet is ook een grassoort dus ik ben benieuwd of die ook wordt aangepakt.
Op het middelste perceel ziet u het paars van kattenstaart en het rossige van watermunt.
Beide soorten zijn geweldig voor vlinders.
Vanaf het bankje heeft u mooi uitzicht over het natte deel en het droge deel kunt u nu betreden tot 15 oktober.