Inmiddels ben ik 25 dagen en ruim 600 km onderweg met mijn voettocht naar Rome. Over het algemeen was het prachtig weer dus ik tel mijn zegeningen.

De Alpen en het Aostadal liggen achter me en voor me ligt de uitgestrekte Povlakte met zijn rijstvelden. De Grote Sint Bernardpas ben ik noodgedwongen per bus overgestoken en aan de andere kant lag Noord-Italië. Italië daar was ik nog nooit geweest en nu loop ik er in 45 dagetappes doorheen!

Als ik het achteraf bekijk waren de wandelingen door Frankrijk en Zwitserland vooral eenzaam en best gevaarlijk, maar de natuur is er onbetaalbaar. In Italië leeft de ‘Via Francigena’ (de weg van de Franken) veel meer en zijn er ook meer wandelaars onderweg. De Italianen zelf gaan pas in juni op pad, ze vinden het nu veel te koud. Ze zijn levendig, maar vooral erg vriendelijk en behulpzaam. Ook is het hier goedkoper als bij ons. De prijs voor een kopje koffie (espresso) is gereguleerd door de regering en overal gelijk: 1,20 euro.

Het wordt dus drukker en gezelliger op de ‘Camino’ met spontane ontmoetingen. Slapen doe ik in een B&B, een parochiehuis of abdij en soms in een hotel als het niet anders kan. Ik heb zelfs een keer onder in een kerk geslapen!

Op dit moment word ik een weekje vergezeld door Carina, al 50 jaar mijn beste vriendin. We kennen elkaar sinds de lagere school en dit leek ons een mooi idee, om zo samen in ons 60e levensjaar te gaan pelgrimeren.

De benen en voeten houden het nog steeds vol en dat is maar goed ook. Ik ben nog niet op de helft en na de Povlakte volgt de klim over de Appenijnen.

Petra Koomen

Voor wie mij wil volgen kijk op: https://petraonderwegnaar.waarbenjij.nu

Vorig artikelPiet Bakker, bedankt!
Volgend artikelAlbert (André) Heijn bedankt!