Door Sandra Botman Foto: Gerda Venema
Voor alle inwoners van Nederland breekt er een nieuwe fase aan met meer versoepelingen. Ook voor mij breekt er een nieuwe fase aan, met meer “Corona-vrijheden”, maar persoonlijk gezien met meer beperkingen, helaas.
Vorige week is uit onderzoek gebleken
dat mijn longinhoud met 25% is afgenomen ten opzichte van een half jaar geleden. Ook heb ik meer koolzuur in mijn bloed, wat betekent dat ik niet meer goed kan uitademen. Het is een uitslag die we helemaal niet wilden horen en nog lang niet aan toe waren, maar die ik gerust wel voelde aankomen. Als je ’s ochtends gaat bedenken: vandaag ga ik de planten water geven en de was opruimen. Dan weet je al genoeg. Dat soort dingetjes deed ik altijd tussendoor, zonder er bij na te denken. Nu is het een volledige activiteit voor 1 dag. En als ik uitgerust en op adem ben, denk ik soms weer als vanouds. Dan sta ik op en wil ik nog even van alles doen, maar binnen een minuut weet ik weer dat ik dat helemaal niet ga redden. Heel frustrerend voor iemand als ik.
Maar ik heb dus geen keuze, en weet
dat ik in een nieuwe fase ben beland. Ik heb van die lelijke steunen nodig in de wc en badkamer, want ik kan niet meer goed zelfstandig opstaan. Misschien moet er toch maar een stoel komen in de douche en er komt een rolstoel zodat ik wat grotere uitjes kan maken. Nu ben ik na 100 meter alweer buiten adem en heb ik het eigenlijk alweer gehad. En ik heb altijd al eens op zo’n traplift naar boven willen gaan, maar nu ik er zelf bijna 1 nodig heb, hoeft het niet meer. Ook over mijn werk heb ik nagedacht en hebben we overleg gehad. Als dit zo hard doorzet, dan kan ik over een half jaar niet meer het werk doen, wat ik nu doe. Ik vind het zó leuk om te doen! En dat is echt hetgeen wat mij nu het meest verdriet doet. Dat ik dát niet meer zou doen en dan dus alleen nog maar “ziek” ben. Ook nu ik dit vertel, lopen de tranen weer over mijn wangen. Dit wil ik niet!
Maar ik zou ik niet zijn
als ik deze fase niet helemaal naar mijn hand zou zetten. Ook hier moet ik mij weer in “voegen”. Zorgen dat ik toch weer kan aarden in deze nieuwe situatie. Een soort van nesteldrang bekruipt mij dan en dan ga ik regelen, informatie opzoeken en hulpmiddelen bekijken; voorbereiden. Daarbij ook mijn omgeving in mij opgenomen. Er moeten nódig nieuwe stoelen komen (deze hebben wel heel veel slijtplekken), de hal en de overloop moeten echt opgeknapt worden, na 11 jaar wonen. En dus… komt mijn zus (en zwager, maar dat rijmt niet zo mooi :-). Zij hebben een geweldige woonwinkel en altijd inspiratie, dus na een uurtje is het volgende besloten: 8 nieuwe stoelen, een tafel, nieuw behang, ander gordijn, andere kast? En dan de hal en overloop sauzen, behangen, nieuwe vloerbedekking en 10 deuren even in een andere kleur. Het moet allemaal nog hoor en het liefst win ik nog even de postcodeloterij hiervoor, maar alleen al van het idee, word ik wel weer blij. Iets om naar toe te leven en alles moet gewoon netjes zijn hier. Als ik het niet meer kan of als ik er niet meer ben…
En zo gaan we dus allemaal een nieuwe fase in
We moeten aftasten en afwachten wat het zal opleveren, maar de hoop is er bij iedereen dat het straks telkens een stukje beter en leuker wordt voor ons allemaal. En ook al zal ik zelf niet beter worden, toch hoop ik weer op een periode van rust, aanvaarding en het kunnen genieten van wat er wél is en kan. Een wijntje op een terras bijvoorbeeld….