De klokken in de toren van de Sint Werenfriduskerk zijn regelmatig te horen. De klokken worden geluid om de parochianen te attenderen op een gebeurtenis in het dorp. Vanouds worden de klokken gebruikt om de mensen op te roepen voor een kerkdienst, maar ook wanneer er een bruiloft of een overlijden is.
En elke klank wordt gevormd door een aanraking van de klok met de klepel. En dat gaat niet vanzelf. De klokken worden in beweging gebracht om tegen de klepel te worden geslagen. Vaak wordt dat elektronisch gedaan, maar in ons dorp niet. De klokken worden geluid door vrijwilligers, die aan touwen trekken om alles in beweging te krijgen. Piet Brandsen en Kees Bakker zijn twee van de klokkenluiders.
De twee vrijwilligers verrichten heel wat werk in de kerk, maar in dit artikel beperkt de schrijver zich tot de klokken. Tijdens een rondleiding in de toren vertellen zij over de klokken, maar niet voordat zij opmerken, dat ook Leo Boos, Ton de Hoogt, Siemen Ruiter en Simon Ruiter bij hun kosterwerk zijn betrokken. Na een paar omwentelingen komen we op de eerste etage waar het echte werk van het klokken luiden plaats vindt. Achter de oude blaasbalg van het kerkorgel hangen drie touwen. In het midden hangt de dodenklok. Piet: “De naam zegt het al, deze wordt alleen gebruikt bij overlijden.
Men belt altijd naar mij wanneer dit nodig is. Ik woon vlakbij en ben er toch altijd. De andere klokken worden gebruikt bij feestelijkheden. Je bent dan met drie touwen tegelijk aan het werk. Aan het touw van de kleine klok geven wij een enorme zwiep, zodat deze een tijdje blijft gaan. Dan hebben we twee handen vrij om de andere klokken te bedienen. Zo zorgen wij dan voor een mooie melodie. Je moet natuurlijk wel even af en toe de kleine klok een zwiep geven. Het is een kwestie van gevoel, waar je allengs bedreven in wordt.” Kees: “In de kerkhal hing vroeger een touw voor de kleine klok. Dat was om te angelen, klokken luiden voor het Gebed des Heeren. Vroeger werd deze klok elke dag om twaalf uur geluid. Ik deed dat zelf ook. Ik ging dan om kwart voor twaalf van de bouw af. Precies om twaalf uur luidde ik de klok. Drie keer drie slagen en weer opnieuw, maar dan luider. De bouwers op het land deden dan de pet af om in gebed te gaan.”
Weer een paar trappen hoger komen we bij de klokken. Om de klokkenwielen zijn kabels aangebracht, die aan de touwen zijn verbonden. Door aan de touwen te trekken kantelen de klokken heen en weer om de klepel te raken. Eén klok is voorzien van een hamer, welke elektronisch wordt aangedreven om bij het hele uur het juiste aantal slagen te geven.
Kees is al vanaf 2004 als koster bij de kerk betrokken. Vroeger was hij misdienaar, acoliet en hulpkoster. Hij is altijd wel betrokken geweest bij de kerk. Bij Piet ging dat anders: “Men zocht iemand als vrijwilliger. Pastoor Suidgeest hoorde dat er mannetje was gestopt met de bouw, die mooi dicht bijwoonde. Sinds 2000 doe ik dit werk dus.”
Het gaat ook wel eens mis. Zo was er eens een bruiloftspaar bij de ingang van de kerk op een moment dat de kabel om het klokkenwiel vast sloeg. Er was geen beweging meer in te krijgen en de klanken van de feestklokken waren niet om aan te horen. Soms komt men in een stoet naar de kerk en moet er op de juiste tijd worden geluid. Zo kwam het wel eens voor, dat mevrouw Brandsen op de Dorpsstraat op de uitkijk stond om een teken te geven.
“Wanneer je een tijdje aan het luiden bent is het nog een inspannend werkje, een goede spieroefening. In het begin van de coronatijd werd elke woensdag een kwartier geluid, vanaf zeven uur ’s avonds, om troost te geven. Toen Irene Schouten brons won op de Olympische Spelen luidde Leo Boos een half uur lang de drie klokken. Pittig klussie, hoor”.
Volgende week is er weer kerkbalans. Tijdens de rondleiding zie ik, dat dit geen overbodige luxe is. Onze mooie kerk heeft best wel wat onderhoud nodig. Naast de actie voor de restauratie aan de buitenkant, is er ook geld nodig voor de binnenrestauratie. Tijdens de kerkbalans is er weer werk voor de klokkenluider. Kees Bakker: “Tijdens de kerkbalans luid ik de klokken bij elke 10.000 euro, die wordt verkregen. Dat doen we al jaren zo. Ik hoop dat ik de klokken dit jaar tien keer mag luiden.”
Tekst: Gerard Bot.