We zitten in de voormalige tulpenbollenschuur van vader Jos Botman. Inmiddels staat er een biljart en is er een gezellige bar. Vanavond biedt het ruimte aan de ‘kinderen’ van de Kromme Leek. De hechte groep is verre van compleet ,maar de harde kern is aanwezig. Foto’s en verhalen komen op tafel. De groep duikt in het verleden. Terug naar de kermissen van toen die begonnen met de legendarische buurtborrel op het pleintje. Terug naar 10 jaar kermis op het pleintje. Ik duik met ze mee.
‘Waar je opgroeit, dat maakt je basis en geeft vertrouwen,’ zegt Antoinet, de jongste van het stel. Zij en haar zus Paulien werden de parels van de buurt genoemd. Ook de andere aanwezigen denken er zo over. ‘ De saamhorigheid hier was enorm. Het sociale dragen met elkaar. Als er wat was, dan waren we er voor elkaar. En dat is nog steeds zo.
Warme jeugdherinneringen
De buurtkinderen van weleer zijn weer even samen: Rolf Botman, Mark en Monique van Galen, Paulien en Antoinet Zwan, Jack, Richard, Henny, Marian en Martin Stroet, Piet Spigt en Bertus Stroet. Hun leeftijd varieert van 46 tot 54, ze zijn allemaal uitgevlogen en leiden eigen levens, maar één ding hebben ze gemeen: de warme herinneringen aan hun jeugd in hun buurtje aan de Kromme Leekstraat.
Veilig en vertrouwd
Antoinet: ‘Dit was zo’n buurt zonder schuttingen, je keek zo bij elkaar in de tuin. Dat was voor de ouders ook overzichtelijk. Als we samen buiten speelden en het was etenstijd dan floten onze ouders ons naar binnen.’
Rolf: ‘De Stroeten aten altijd om 17.45 uur, wij pas om 18.15 uur. Waren zij alweer buiten en glipte ik stiekem de deur uit als ik moest afdrogen.’
Paulien: ‘We waren altijd samen buiten, landje veroveren, badmintonnen op het plein, samen naar ’t Nesbos. Ook toen we ouder werden ging dat door. We kregen brommers en Richard en Rolf scheurden in hun groene Eend rondjes over het plein. Ging ie bijna op zijn kant.’
Jos: ‘Ik vind het hier nog altijd het mooiste stukkie van het dorp. Alleen bestemmingsverkeer, heel erg afgesloten. Kinderen kunnen hier nog steeds veilig buitenspelen.’
Gezamenlijke kermisborrel
Logisch dat deze hechte club jongeren in 1985 besloot om ook de kermisborrel samen te vieren. Overal in de straat waren borrels, in de achtertuin of huiskamer. Veel leuker om deze samen te voegen tot één grote borrel. Het schoolplein van kleuterschool De Kleine Prins vormde de ideale locatie. Rolf Botman, toen 18 jaar jong, besprak het met zijn buurtgenoten en al snel was de kermisborrel een feit. Die eerste keer was er al zo’n 150 man.
De Vergulde Druif
Rolf: ‘We lapten allemaal wat geld, huurden boxen bij Koster in Enkhuizen en bestelden bier bij Slijterij De Vergulde Druif aan de Dorpsstraat. Daar waar tegenwoordig De Piramide is gevestigd. Gerrit Botman bracht dan twee keer gekoeld bier langs. Aan het begin en ergens halverwege de borrel. Later koelden we het zelf in de koelcel van Stroet.
Voorbidden
Als het bier op was, dan was de borrel af. Meestal rond een uur of 18. Dan ruimden we met zijn allen op en gingen we thuis te eten. Wij hadden dan zo’n honger dat het al op was voordat mijn moeder thuis was. Dat kon vanzelf niet. Arjan Poland stak er het jaar daarop een stokkie voor. Zei hij: “Wachten nou, eerst moeder Elsie.” En zodra zij er was ging hij voorbidden.’
Doorspeulen
Rolf: ‘Ja, de borrel groeide snel. Zeker toen we live muziek regelden. Hadden we ‘Paintfull’ geboekt, met Tim van Velzen, Kees Grent en zangeres Iris. Soort voorloper van Dou Grent.’
Martin: ‘In die jaren gingen we allemaal over op de pinpas. Als de band dan wilde stoppen met spelen, gooiden Bas Haakman en wat andere gasten bankpassen naar de band: “Doorspeulen!”.
In de sloot, niet in de boot
Bij slecht weer verplaatste de borrel naar de schuur van Spigt of van Stroet. Het toilet bij de Stroeten was uitsluitend bestemd voor de dames. Op de wc-deur stond luid & duidelijk omschreven: ‘Heren in de sloot, niet in de boot’. En er werd wat geloosd na karrevrachten pils.
Richard: ‘We hadden nooit een tappie, altijd kratten pils. De borrel werd elk jaar groter. We zaten uiteindelijk op 100 kratten. Dan gingen we in de herfst van het statiegeld met zijn allen naar de Kegelkeet. Hadden we weer een mooie avond.’
Ouderentafel
De Kromme Leek-borrel verliep altijd netjes. Er was veel sociale controle en jong en oud letten op elkaar. Er was ook een ‘ouderentafel’, daar zaten de ouders gezellig bij elkaar. Meneer Koortens, toen een man op leeftijd, keek vanuit zijn huis uit op het plein. Hij vond het hele gebeuren zo leuk dat hij elk jaar 50 gulden gaf. Daarmee sponsorde hij de elektriciteit.
Wijn van thuis, vlag van de wielerronde
Monique: ‘Verder regelden en betaalden we alles met elkaar. Er stond geen pot om geld in te gooien. Dat past niet, met kermis kun je overal aanschuiven. Op de andere dagen zaten wij weer ergens anders aan een biertje. Kan me ook niet herinneren dat er echt dronken mensen waren.’
Antoinet: ‘Er was alleen bier en fris ingekocht. De wijn kwam gewoon uit de kasten thuis, de glazen ook. Hapjes waren er niet, maar ook chips haalden we uit onze eigen huizen. Dat ging gewoon zo. Ik was sowieso nog erg jong die eerste jaren, maar stiefelde er altijd tussendoor. Samen met mijn zus, dat voelde heel veilig.’
Bertus: ‘Elk jaar hingen we een grote banner op in de straat met Amstel Bier erop. Die was van de Wielerronde en hadden we even te leen. We hebben ‘m nooit meer teruggebracht. Hoorde gewoon bij onze kermisborrel.’
Van Italië naar de hemel
Paulien: ‘Ik kreeg in 1987 verkering met Peter. Als vanzelf sloot hij ook aan bij de borrel. En zo kwamen er steeds meer mensen bij, ook van verder weg. Zelfs mijn penvriend Claudio uit Italië was er ineens. In 1989 toerde hij door Europa. Hij zou ook naar Wervershoof komen, maar ik wist niet wanneer. Belde hij ’s ochtends op kermiszondag dat hij in Amsterdam stond. Ik zei: “Leuk als je komt, maar je redt je maar. Vraag in Wervershoof maar naar de familie Zwan, dan kom je er wel. Hij viel met zijn neus in de boter.’
Rolf: ‘Zo’n Italiaanse jongen kreeg van de dames natuurlijk een warm ontvangst. Hij had al snel verschillende kermiszoenen te pakken. Dezelfde avond zei hij: “Rolf, ik ben in de hemel beland”.
10 jaar
En zo kwamen er steeds meer mensen naar onze borrel. Elk jaar kwam er weer een bussie uit de Streek. Toen we met de borrel waren gestopt zagen we datzelfde bussie op zondagmiddag door de straat rijden. En nog een rondje en nog een rondje…geen borrel. Het pleintje was leeg. Toen vertrokken ze maar weer. Daar hebben we erg om gelachen.
We stopten na 10 jaar. Het was gewoon wel mooi geweest. We werden allemaal ouder, gingen het huis uit, samenwonen, kinderen. Dat laatste jaar was mijn Ellen zwanger van Abel. En het werd ook wel erg groot allemaal. Steeds duurder en bewerkelijker. Een van de laatste keren speelde Sherlock Holmes and the Scotland Yard, de band met oa Kees en Peter Nugter, Ad de Haan. Toen was er wel 350 man.’
Kermisklok
Naast foto’s en verhalen hebben de gebroeders Stroet nog iets anders mee: de klok die Japie Turf (Koomen) in 1991 voor hun vader kocht omdat hij door een ongeluk flink was verbrand. Jaap ging tijdens de kermisborrel met de pet rond, iedereen gaf grif. Hij zorgde voor een inscriptie op de klok met de tekst: ‘van de kermisklanten’. De klok is nog steeds in bezit van de familie.
Een prachtig stilleven dat de verbroedering van kermis en de verbondenheid van de buurt symboliseert. Zoals het klokje thuis tikt, tikt ie nergens…