door: Gerard Bot
Wanneer je op straat loopt, valt het op hoe rustig het is. Je komt weinig mensen tegen en wanneer je ze tegen komt wordt er al gauw een afstand van de bekende anderhalve meter in acht genomen. Vrijwel iedereen heeft het over Corona.
Een fietser staat langs de weg stil, omdat de kilometerteller het niet doet. Wielrenners weten hoe vervelend dat is. Ik spreek hem aan. Hij vraagt meteen afstand te houden. Hij fietst even met mij op met de berm als beschermingsafstand. Ondanks het schrale weer heeft hij zijn fiets gepakt. Hij fietst alleen en niet in een groep. Hij houdt echt rekening met de Coronaregels.
Een vrouw heeft het over haar zoon, die voor zijn werk in Peru verblijft. Hij zou al lang weer thuis moeten zijn, maar er wordt niet naar Nederland gevlogen. Het laatste nieuws is, dat hij misschien via Canada kan vliegen. Maar zij heeft allang gehoord, dat Canada ook niet op extra vluchten zit te wachten.
Een man vertrekt met zijn bedrijfsbus naar een klus bij iemand in de woning. Hij gaat er met zijn medewerker heen. Zij werken daar waar niemand thuis is. Het zijn lastige tijden. Klanten zeggen af uit vrees voor besmetting.
Een wandelaar, die zijn hond uitlaat, laat weten, dat hij sinds de start van de maatregelen thuis werkt. Na een paar dagen wordt dat lastiger, want het werk droogt langzaam op, omdat veel handelingen en opdrachten niet meer worden uitgevoerd. Het meeste werk is toch echt op en rond de werkplek zelf. Het lijkt op meer vrije tijd, maar het voelt niet goed.
Op veilige afstand praat ik met een bekende, die zich zorgen maakt om haar bejaarde moeder. Zij wil graag op visite, maar het is niet verstandig om dat te doen. Haar moeder hoort immers tot een kwetsbare groep. Zij vindt dat vervelend en zegt dat zij het voorlopig bij telefoneren laat.
Wanneer je de hondjes een paar keer per dag uitlaat, spreek je nog heel wat mensen. Het valt mij gaandeweg op, dat men steeds meer bewust afstand houdt. Zo ook, een oud-klasgenoot van mij. We zitten nog net onder de 63 jaar zeggen wij, niet eens als grapje bedoeld, maar gewoon als feit, dat wij ook kwetsbaarder zijn dan we eigenlijk denken. Hij vindt het vreemd stil in het dorp. Bij De Dars staat deze zaterdagochtend geen enkele auto geparkeerd, dat is een triest beeld, zo constateert hij.
Het is druk bij het IJsselmeer. Eén van de wandelaars is ook erg begaan met het virus en de maatregelen. Hij kijkt omhoog en wijst mij op de mooie blauwe lucht zonder vliegtuigen. Zijn vakantie in juni naar Canada dreigt niet door te gaan. Als de reis niet doorgaat, vliegt hij nooit meer, beter voor het milieu ook. Maandag moet hij wel gewoon te werk bij een grote bouwklus.
Iemand die mij zeer na aan het hart ligt, hangt uit het bovenraam. Een veilige afstand voor een kort gesprekje. Het zijn slechte tijden voor hun bloemenbedrijf. Elke dag gaan de tulpen op een hoop, gewoon als afval. Het zijn onwerkelijke tijden, die niet te lang moeten duren. De schade is nu al ontzettend groot. Ik vind het verschrikkelijk, net als voor iedereen, die schade lijdt door de maatregelen ter bestrijding tegen Corona. Maar eigen voelt op de een of andere manier altijd even pijnlijker.
Het is zondag rustig op straat.