Vanaf 8 juni gaan de basisscholen weer op reguliere tijden open. Hoe het precies wordt ingevuld is nog onduidelijk. De richtlijnen laten op zich wachten. Geen punt, zo vindt Ciska van Roosmalen, directrice van de Dijkwerkers in Wervershoof. “We zijn inmiddels gewend om mee te bewegen. Met dank aan alle leerkrachten, kinderen én ouders.”
Snel schakelen was geen probleem voor het team toen bekend werd dat de scholen per 16 maart dicht gingen. Het voordeel van een kleine club, dat communiceert snel. Ciska (51): “In twee dagen hebben we het lesprogramma omgezet naar Microsoft Teams. Het online onderwijs ging onze leerkrachten goed af en ook de kinderen en ouders pakten het goed op. We moesten wel en als je moet roeien met de riemen die je hebt, kom je ook ver. Onze ICT-vaardigheden zijn in korte tijd sterk verbeterd.”
Hoe is dat nu kinderen deels naar school gaan en deels thuis onderwijs krijgen?
“Kinderen gaan twee dagen per week naar school, de ene helft op maandag en donderdag, de andere helft op dinsdag en vrijdag. Of woensdag krijgen ze extra les via de computer. Dat maakt het ingewikkelder en intensiever. Toen iedereen volledig thuis zat wist je beter waar je aan toe was. Nu moeten we vaker schakelen. Vooral nu we het protocol volgen dat leerkrachten bij een kleine verkoudheid al thuis blijven. Dat is een regel die we begrijpen, maar die voor ons kleine team van zeven leerkrachten direct problemen oplevert als er iemand ziek is. Zeker omdat we een groot invalprobleem hebben. Een landelijk probleem dat we al hadden voor deze crisis.”
Hoe kun je dat voor de toekomst oplossen?
“Het mooie is dat we door deze crisis allemaal enorm online vaardig zijn geworden. Dat biedt kansen voor de toekomst. ICT kan ook na de crisis ondersteunend zijn bij het onderwijs. Je kunt dat ook toepassen binnen de school. Kinderen kunnen dan bij afwezigheid van een leerkracht ook zelf aan de slag. En ouders kunnen ze thuis weer goed helpen.”
De Dijkwerkers werkt volgens het Jenaplan-concept. Wat is het verschil met andere scholen?
“Reguliere scholen hanteren bepaalde lesmethodes als leidraad. Wij werken vanuit het karakter, de aanleg en behoeften van ieder kind. Alle kinderen zijn anders en ieder heeft een eigen benadering nodig. Wij geven ze de ruimte door dagelijks kringgesprekken te voeren over bepaalde thema’s. Zo hebben we instructiekringen, discussiekringen, klassenkringen etc. Het bevordert het spreken en de onderlinge interactie.
De kinderen doen ook veel schrijfopdrachten. Groep 8 schrijft bijvoorbeeld de eigen musical. Elke week openen en sluiten we met alle leerlingen gezamenlijk. Hierdoor leren we elkaar persoonlijk kennen. Natuurlijk is dat makkelijk omdat we met 75 leerlingen een relatief kleine school zijn, maar het leerlingenaantal groeit elk jaar. Hoe groot we ook worden, sociale cohesie blijft belangrijk.”
Heeft dit type onderwijs effect gehad op deze periode?
“Dat denk ik zeker. Wat ik merkte is dat echt alle ouders zo ontzettend positief zijn gebleven. Er was veel onderling contact. De hulpvaardigheid en het wederzijdse respect is hartverwarmend. Opvallend hoe goed zij en ook de kinderen in staat zijn de rust te bewaren. Dat is knap in crisistijd. Heel leuk hoe we als school dan mogen oogsten wat we altijd zaaien.”
Hoe zie jij de nabije toekomst?
“Vol vertrouwen. We hebben veel geleerd van deze tijd. Vanaf 8 juni komen we steeds een stukje dichter bij hoe het was. We bekijken in elke denkbare situatie welke aanpassingen nodig zijn en voorlopig blijven. Door het continurooster dat wij altijd al hebben, zijn er zo min mogelijk verkeersbewegingen. Voorlopig mogen ouders niet in de school naar binnen. Onze leerkrachten blijven bij de minste klachten al thuis. Dat voelt heel tegennatuurlijk voor ze; lesgeven deed je zelfs nog als je koorts had, maar dat kan niet meer. We hebben ook met emotie te maken. Sommige ouders durven hun kinderen niet naar school te laten gaan omdat zij, of mensen dichtbij, in een risicogroep zitten. Dat snappen wij heel goed. Samen zoeken we dan naar een oplossing. Belangrijk is dat we goed naar elkaar luisteren. In september gaan we een enquête doen onder de ouders. Om te blijven leren van elkaar. Ook na de schoolvakantie zullen we niet geheel terug zijn bij het oude, maar dan weten we alweer veel meer. We bewegen mee, blijven respectvol en bewaren de rust. En dat leren we ook aan onze kinderen.”
Door Mieke de Beer-Koomen