Enkele jaren geleden kreeg ik het kasboek annex dagboek van Jan de Vries in handen. Jan de Vries was mijn overgrootvader en van 1918 t/m 1953 uitbater van Café De Zwaan, tegenwoordig Café van Rooijen. Het geeft een goed beeld weer van de concurrentie die er was tussen de kasteleins op het dorp.
Met alleen een café redde je het niet, je moest er wat naast doen. Het kasboek gaat voornamelijk over investeringen, financiën, familieleed en keihard werken. Ook de kermis wordt regelmatig genoemd.
Periode 1832-1918
De oudste gegevens van Café De Zwaan gaan terug tot 1832. De kastelein Pieter Mooij was, behalve uitbater van het café met kolfbaan, ook boer met de nodige landerijen. Toen Pieter in 1835 overleed, werd zijn weduwe Jansje de Vries de eigenaar. Zij hertrouwde in 1836 met Pieter Korting. Jansje overleed in 1863 en in 1871 verkocht Pieter Korting het café en boerenbedrijf aan landman Teunis Blokdijk, die er vervolgens 33 jaar in zat.
Van 1904 tot 1918 was de Nederduits Hervormde Armvoogdij eigenaar en werd het café tot 1916 beheerd door Willem Winkel, daarna nog twee jaar door Simon Beets.
Jan de Vries en Geertje Visser
Jan de Vries is geboren op 3-4-1877 aan het Keern (gem. Hoorn). Hij vertrok in 1890 op 13-jarige leeftijd naar Wervershoof, om daar als molenaarsknecht aan het werk te gaan bij zijn oom Cornelis Vlaar, die getrouwd was aan zijn tante Trijntje Steltenpool.
Jan trouwde in het jaar 1900 op 23 jarige leeftijd aan Geertje Visser, dochter van Pieter Visser en Cornelia Botman. Zij betrokken in 1902 het huis naast de Molen en in 1909 liet hij Café ‘De Kaatsbaan’ bouwen, compleet met inventaris kostte dat spul 6400 gulden. Zijn tante Trijntje leende hem het geld hiervoor. Zelf had Jan de Vries, behalve tijdens de kermis, nog nooit een café van binnen gezien. Hij wist niets af van donker of lager bier, wist zelfs amper wat bier was. Gelukkig werd hij geholpen door zijn zwagers Jan en Meindert Visser, maar het begin is erg zwaar geweest.
Ze deden erg hun best om ‘de gang er in te houden’ maar er was wel teleurstelling dat er met kermis niet meer volk kwam. Ze probeerden van alles, zoals het eerste jaar muzikanten van ‘Blanis’ die voor 25 gulden kwamen optreden. Later hebben ze het ook geprobeerd met andere muziek, met dansen en met een biljart in de kamer. Maar ondanks het feit dat het op een mooie locatie lag, is het altijd een schrale bijverdienste geweest, mede vanwege het feit dat er geen vergunning kon worden verkregen. Liet je dansen met de kermis dan was er veel tegenwerking van de vergunninghouders die veldwachters naar het café stuurden, waar het publiek natuurlijk een hekel aan had. In 1914 brak de mobilisatie uit en was er geen kermis, maar dat werd gedeeltelijk goed gemaakt doordat de mensen wat makkelijker werden met hun geld en iets meer verteerden. Jan de Vries bleef naast het café als molenaarsknecht werken.
Op 4-3-1918 werd de oude herberg ‘De Zwaan’ aan de overkant gekocht voor 7000 gulden (inclusief 1000 gulden inboedel). Het was een zaak met een kolfbaan. Hier kon Jan uitbreiden en een vergunning krijgen. Café ‘De Kaatsbaan’ (thans De Hoek 7) werd verkocht aan Jan de Haan voor 6400 gulden (inclusief 500 gulden inboedel) zodat De Vries in die 9 jaar tijd precies quitte had gedraaid. Café De Zwaan had daarvoor lange tijd een protestantse uitbater gehad. Het kostte Jan de Vries veel moeite om de loop van het overgrote katholieke volksdeel erin te krijgen. Hij werd daarbij vaak tegengewerkt door de katholieke geestelijken.
Nadat Jan Café De Zwaan had gekocht stopte hij in 1920 met zijn werk als 1e molenaarsknecht. In dat jaar begon hij tevens een transportbedrijf, hij kocht paard en wagen voor 1500 gulden en vervoerde daarmee brandstoffen. Ondertussen waren er 9 kinderen geboren, waarvan 7 dochters en 2 zonen. Zijn dochters werkten mee in het café en de jongens in het transportbedrijf. Jan heeft in de loop der jaren veel geïnvesteerd en verbouwd. Zo werden o.a. in 1922 de draagbalken vernieuwd, in 1926 werd de vloer van de kolfbaan verbeterd en in 1928 kwam er een nieuw biljart.
Toen er dat jaar een hele goede kermis werd gedraaid, werd er in 1929 een compleet nieuwe achterzaal gebouwd. Gelukkig kwam de loop er al meer in en ging het steeds opwaarts, ook al was het keihard werken. De concurrentie was groot en Geertje Visser was altijd verguld als haar de gunst van een vergadering of bruiloft werd gegund. Zij overleed reeds in 1938 op 60-jarige leeftijd. Na een leven van hard werken verkocht Jan de Vries in 1953 het Café aan de familie Koopman. Hij was toen reeds 76 jaar en overleed in 1957 op 80-jarige leeftijd.
Periode 1918-2019
1918-1953 Jan de Vries
1953-1954 Fam. Koopman
1954-1967 Ru Botman
1967-1988 Een zus van Ru, Git Botman en haar man Ton van Rooijen. Zij veranderen de naam in café van Rooijen
1988-1997 Robert-Jan van Rooijen en Marlinda Steltenpool. Zij nemen het café over als vader Ton overlijdt.
1997-2009 Arie en Carla Honing
2009 wordt het café failliet verklaard en staat vervolgens 3 jaar leeg.
2012 Dick en Sylvia Pieterson uit Grootebroek wagen de stap, zij noemen hun nieuwe zaak café De Hoek.
2019 Alex Lindeboom en Peter Dekker, tevens uitbaters van de Quicksilver Bar. Zij noemen het café weer Van Rooijen
Heden
Toen het café zo lang leeg stond was mijn vader bang dat het zou worden verbouwd tot appartementen. Gelukkig is dat niet gebeurd en sinds 2019 wordt café De Zwaan weer café van Rooijen genoemd. In het logo is een zwaan verwerkt, met een knipoog naar de oude naam. Eén van de twee uitbaters is Alex Lindeboom. Zijn overgrootvader Meindert Visser was een broer van Geertje Visser. Meindert hielp vaak mee in de bediening, eerst bij ‘De Kaatsbaan’, later bij ‘De Zwaan’. Na 100 jaar is de cirkel weer rond.
Tekst: Petra Koomen
Bronnen: dagboek van Jan de Vries, privé archief van Piet Koomen, Beeldbank Stichting Historische Vereniging Oud Wervershoof